Hoogtepunten van het kerkelijk jaar
Voor de christelijke gemeente is Jezus’ opstanding uit de dood het hart van haar bestaan. Elke eerste dag van de week komt ze rond dit geheimenis samen. En Pasen is het eerste feest dat door de vroege kerk is gevierd. Vanuit dit centrum is de jaarkring ontstaan. In de gang van de liturgie door het jaar mogen we ervaren, dat ons bestaan verweven mag zijn met de levende Heer.
Advent
In onze tijd begint het kerkelijk jaar bij Advent. Het woord ‘Advent’ is afgeleid van het Latijn: adventus (=komst, er aan komen) en advenire (=naartoe komen). In de adventsperiode staat het komen van God centraal. Advent begint altijd op de zondag die valt tussen 27 november en 3 december en eindigt op 24 december. De adventsperiode telt vier zondagen. Als gemeente bereiden we ons voor het komen van God in Jezus Christus. Het is een tijd van boete en inkeer én van verwachten.
Kerstfeest
Op 25 december is het Kerstfeest. De kerk viert dat God zelf vanuit de hoge naar ons toe gekomen is. De koning van de wereld is geboren in een kribbe in een stal van Bethlehem. We zingen: Ik kniel aan uwe kribbe neer, o Jezus, Gij mijn leven! (Gezang 141, Liedboek voor de Kerken). Vervolgens is Epifanie op 6 januari, het feest van de verschijning van de Heer. Afhankelijk van de Paasdatum zijn er vier tot negen zondagen van Epifanie.
40 dagen
Dan volgt de Veertigdagentijd. Dit is een tijd van voorbereiding op Pasen. De eerste dag van deze periode is Aswoensdag. Er volgen zes zondagen van de Veertigdagentijd. Veertig is een bijzonder getal in de Bijbel. Het geeft de betekenis van inkeer en voorbereiding aan. Van oorsprong was de eerste helft van de Veertigdagentijd meer gericht op de voorbereidingen van bekeerlingen op hun doop in de Paasnacht. In de tweede helft viel de nadruk meer op de lijdende Heer zelf. Gelovigen gebruiken dikwijls de termen veertigdagentijd en lijdenstijd door elkaar. Toch is er onderscheid tussen beide. De Lijdenstijd kent zeven ‘lijdenszondagen’ n.a.v. de zeven kruiswoorden van Jezus.
Stille week en Pasen
De Stille Week hoort bij de Veertigdagentijd. Ze begint met Palmpasen, de dag van de intocht in Jeruzalem. Ze heet ook wel Passiezondag, omdat het lijden van Jezus centraal kan staan. In onze gemeente is dit tevens de Belijdeniszondag. De dag waarop gemeenteleden in het midden van de gemeente hun geloof in God belijden. Op Witte Donderdag wordt in veel gemeenten de instelling van het Avondmaal gevierd. In de hervormde gemeente Sluipwijk is er dan een vesper. Dit is een bijeenkomst van zang, gebed en Schriftlezing in de Stille Week. Op Goede Vrijdag gedenkt de gemeente de kruisdood van Jezus Christus. Op Stille Zaterdag gedenken we dat Jezus in het graf verblijft tot de opstanding. Op zondag is het Pasen. De gemeente viert Jezus’ verrijzenis.
Hemelvaartsdag
De veertigste dag van Pasen is het Hemelvaartsdag. We vieren dat de verheerlijkte Christus ten hemel vaart om ruimte te maken voor het wereldwijde werk van de heilige Geest. Op de vijftigste dag van Pasen is het Pinksteren. De naam Pinksteren komt van het Griekse pèntèkostè, dat ‘vijftigste’ betekent. Het is de laatste dag van de vijftigdaagse Paastijd, die aanvangt op Paaszondag. De Kerk viert met Pinksteren de voltooiing van Pasen door de uitstorting van de heilige Geest.
Trinitatis
De zondag daarna heet Trinitatis, het feest van de Drie-eenheid. De kerkelijke hoogtijdagen liggen achter ons. We brengen ons Gods grote daden in herinnering. De lofprijzing op het werk van Vader, Zoon en heilige Geest staat centraal.